De kankerbehandeling start weldra

Als jij – of je kind – een kankerbehandeling moet ondergaan en je maakt je zorgen over de gevolgen daarvan voor je vruchtbaarheid of die van je kind, praat dan in eerste instantie met je oncoloog. Die kent de schadelijke effecten van de voorgeschreven behandeling en kan mogelijk een prognose geven over de impact ervan op de vruchtbaarheid.
Tegelijk neem je best meteen contact op met het team Oncofertiliteit van UZ Brussel. Wij kunnen je alle informatie geven over de mogelijkheden om je vruchtbaarheid of die van je kind te vrijwaren.
Bij kanker moet doorgaans snel met de behandeling gestart worden. Er is dus weinig tijd – soms één tot twee weken, soms maar enkele dagen – om een fertiliteitsbewarende behandeling uit te voeren.
Snel ageren is dus de boodschap: contact.

Zoals gezegd in “Kanker en uw vruchtbaarheid” hangt mannelijke (on)vruchtbaarheid onlosmakelijk samen met de productie en de aanwezigheid van (vitale) zaadcellen.
Jammer genoeg zal kankertherapie meestal een negatief effect hebben op de zaadcellen in de zaadbal en op de productie ervan. Daarom, als we de vruchtbaarheid van een man willen beschermen, is de beste methode om (rijpe) zaadcellen te verzamelen en buiten het lichaam te bewaren door invriezing. Dat noemen we ‘inbanken’.

Bij jongens vóór hun puberteit is dat echter niet mogelijk: zij maken nog geen rijpe zaadcellen aan. Voor hen is er de experimentele optie om stamcellen in te banken (waaruit later de zaadcellen zullen worden aangemaakt). Dat doen we door (een deel van) de zaadbal weg te nemen en het zaadbalweefsel in te vriezen.

Lees a.u.b. ook de informatie over de wettelijke bewaartermijn van gameten. Zeker bij vriesbewaring in het kader van een kankerbehandeling is die informatie cruciaal.

‘Orchidectomie’ staat voor het wegnemen van een (deel van de) zaadbal. Dat gebeurt met één zaadbal (vandaar ‘eenzijdig’), de andere blijft ter plaatse. Zo blijft enerzijds de mogelijkheid bestaan dat de zaadproductie vanaf de puberteit spontaan opstart, anderzijds kan de achtergebleven zaadbal eventueel gebruikt worden om later gedooid zaadbalweefsel op te enten (zaadbaltransplantatie).

Een orchidectomie verloopt via een insnede in de balzak en wordt uitgevoerd onder algemene verdoving. De ingreep vereist een opname in het ziekenhuis.
Na de ingreep kan de balzak gedurende enkele dagen gevoelig zijn. Soms kan een lokale bloeding optreden en uitzonderlijk een ontsteking, dat laatste doorgaans ter hoogte van de huidwonde.
Bij een gedeeltelijke orchidectomie is er achteraf nauwelijks een verschil in volume merkbaar tegenover de andere, niet-geopereerde zaadbal.

Bij de ingreep hoort een ‘informed consent’ met uitleg over de procedure en over de wetenschappelijke stand van zaken. In dat contract geef je toestemming voor de ingreep en leg je vast wat er met het ingevroren materiaal moet gebeuren na afloop van de bewaartermijn.
De kosten voor de ingreep worden gedekt door de Belgische mutualiteit, uiteraard voor zover je aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet.
Spermatogoniale stamcellen zijn de cellen waaruit zich later rijpe zaadcellen kunnen ontwikkelen onder invloed van groeifactoren en de hormonen die bij een jongen vanaf zijn puberteit vrijkomen. Ze bevinden zich in het zaadbalweefsel: door dat weg te nemen en in te banken, bewaren we dus eigenlijk de spermatogoniale stamcellen. Door ze in te vriezen stoppen we alle biologische processen en kunnen de stamcellen niet verouderen of beschadigd raken.

De Belgische wetgeving voorziet momenteel een maximale bewaartermijn van tien jaar voor menselijke gameten (en dus ook voor menselijk reproductief weefsel). Zie de wettelijke bewaartermijn voor de voorwaarden waaronder verlenging mogelijk is.

In het CRG banken we al vele jaren teelbalweefsel in van jonge kankerpatiënten. De onderzoeksgroep BITE (Biology of the Testis) voert o.l.v. prof. dr. Herman Tournaye al even zolang onderzoek naar de voorlopers van de zaadcellen. Zo hopen we het binnen afzienbare tijd mogelijk te maken om bij jongens na een kankerbehandeling gedooid teelbalweefsel te transplanteren, in de hoop dat de zaadcelproductie van daaruit op zal starten.
In de huidige stand van de wetenschap gaat het nog steeds om een experimentele techniek. UZ Brussel kan niet garanderen dat het inbanken van zaadbalweefsel zal leiden tot een succesvolle transplantatie of tot de heropstart van de zaadcelproductie na de transplantatie. Daarom wordt een eenzijdige orchidectomie best alleen overwogen als het risico op het verlies van de vruchtbaarheid zo goed als vaststaat. De beslissing om testisweefsel bij uw zoon te laten wegnemen en in te banken kan u als ouders pas nemen na consultatie van en in overleg met de oncoloog, de radiotherapeut en de fertiliteitsarts.

Eicellen gezocht
voor wetenschappelijk onderzoek

Ben je een gezonde vrouw tussen 18 en 37 jaar?
Dan kan jij ons misschien helpen.