Kanker en vruchtbaarheid

Als je vandaag een diagnose van kanker krijgt, dan zijn de vooruitzichten op genezing vaak heel wat gunstiger dan tien, twintig jaar geleden. Veel kankers kunnen intussen efficiënt behandeld worden via chemotherapie, al dan niet in combinatie met heelkunde of bestraling. Dat is onder meer te danken aan nieuwe medische technieken, die toelaten om meer agressieve vormen van chemotherapie en radiotherapie toe te passen.
Helaas blijft het zo dat bijna elke kankerbehandeling een negatief en vaak onomkeerbaar effect heeft op je vruchtbaarheid (zie gonadotoxiciteit). Daar willen wij met het team Oncofertiliteit van UZ Brussel iets aan proberen te doen.

Wat is oncofertiliteit?

Oncofertiliteit is de medische discipline op de kruising tussen een kankerbehandeling en de vruchtbaarheidsgeneeskunde. Ze streeft naar de bewaring van de vruchtbaarheid bij kankerpatiënten die het risico lopen onvruchtbaar te worden door een behandeling met chemotherapie of radiotherapie.

Als in uw familiale medische geschiedenis meerdere gevallen voorkomen van eierstokkanker of van andere gynaecologische kankers zoals borst- of baarmoederslijmvlieskanker, kan er sprake zijn van een erfelijke belasting. Ook het voorkomen van familiale darmkanker kan een indicatie zijn.
Als er sprake is van een genetische afwijking, dan doen die zich in deze gevallen voor in de zogenaamde herstelgenen. Ofwel is er geen herkenning van afwijkingen in de celdeling of in de vermenigvuldiging van de celkern, ofwel wordt het herstel van die fouten geneutraliseerd. Daardoor kunnen abnormale cellen zich toch blijven vermenigvuldigen.
Een goed voorbeeld is erfelijke eierstok- en borstkanker, waarvan de oorzaak geïdentificeerd werd als een programmeerfout in de herstelgenen BRCA-1 en BRCA-2 (BRCA staat voor ‘breast cancer’).
Bij vijf tot tien procent van de borstkankerpatiënten vinden we een erfelijke oorzaak voor de kanker en bij de helft van die groep ligt de fout in de herstelgenen BRCA-1 of BRCA-2. De fouten kunnen zowel via de moeder als de vader worden overgeërfd. Ook bij erfelijke eierstokkanker wordt vaak een afwijking in het BRCA-gen gevonden.
Als draagster van een BRCA-1-genmutatie heb je een risico van 25% tot 60% om ooit eierstokkanker te krijgen. Voor een draagster van de BRCA-2-genmutatie lijkt het risico op eierstokkanker ongeveer 20% te zijn.

Als uw familiale medische historiek doet vermoeden dat mogelijk een erfelijke factor meespeelt in de ontwikkeling van kanker, kan een genetisch onderzoek uitsluitsel brengen. U raadpleegt best uw arts om na te gaan of zo’n onderzoek aangewezen is. Zo ja, dan kan via een bloedafname uw genetisch materiaal (DNA) onderzocht worden op fouten.
In UZ Brussel kan u met dergelijke vragen terecht bij de dienst Familiale Kanker op de afdeling Oncologie.
Bij een groot aantal erfelijke kankers met een gekende genetische oorzaak kan het CRG een oplossing bieden om het kankerverwekkende genetische defect niet door te geven aan uw eventuele nakomelingen.
Die oplossing heet PGD, of pre-implantatie genetische diagnose.
Kort gezegd komt het erop neer dat je als wensouder(s) met een erfelijke belasting een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaat. De embryo’s die daarbij in het labo ontstaan, worden genetisch getest op het defect dat bij jou of je partner (of bij beiden) is vastgesteld. Alleen de embryo’s die het defect niet vertonen, komen in aanmerking voor terugplaatsing in de baarmoeder en dus voor verdere ontwikkeling. Op die manier kunnen we vermijden dat je als ouder(s) jouw gekende genetisch defect doorgeeft aan je nakomelingen. Voor een volledige uitleg, zie de PGD-kliniek.

Eicellen gezocht
voor wetenschappelijk onderzoek

Ben je een gezonde vrouw tussen 18 en 37 jaar?
Dan kan jij ons misschien helpen.