De kankerbehandeling is reeds opgestart

Ook als je reeds een kankerbehandeling ondergaat, is het nog mogelijk om te proberen je toekomstige vruchtbaarheid veilig te stellen. De opties die er zijn, lopen ten dele gelijk met die van vóór de kankerbehandeling, al zal de effectiviteit soms minder zijn.

Sommige opties die je als vrouw hebt om te proberen je vruchtbaarheid te vrijwaren voor de toekomst, zijn vergelijkbaar met die van vóór de kankerbehandeling. Andere gaan over de kankerbehandeling zelf.

Als methode om je vruchtbaarheid tijdens chemotherapie te beschermen wordt soms de hormonale onderdrukking van je cyclus voorgesteld. De medicatie schakelt de hormonale functie van je eierstokken tijdelijk uit, waardoor ze beter beschermd zouden zijn tegen de schadelijke effecten van de  chemotherapie.
Helaas kon de effectiviteit van deze methode tot nog toe niet volledig aangetoond worden. Bovendien is er tegenstand vanuit oncologische hoek, omdat de hormoontherapie de efficiëntie van de kankertherapie zou kunnen doorkruisen.
In het CRG passen we deze vorm van vruchtbaarheidspreventie daarom voorlopig nog niet toe.

Niettemin gaat het onderzoek in deze richting verder. Het is niet onmogelijk dat er in de toekomst een effectieve hormonale of farmaceutische methode beschikbaar zal zijn om je vruchtbaarheid te beschermen.

Daarnaast mogen we verwachten dat in de komende decennia het schadelijke effect van chemotherapie op de vruchtbaarheid zal afnemen. De oncologische geneeskunde werkt hard aan de ontwikkeling van nieuwe behandelingsschema's en doet heel wat onderzoek in die richting.
Chemotherapie veroorzaakt de onderdrukking van je menstruele cyclus. Zoals we gezien hebben in Wat is gonadotoxiciteit? heeft chemotherapie als doel om de snel delende (kanker)cellen te vernietigen. Maar door de chemotherapie valt ook het groeiproces van de follikels stil, waardoor je menstruatiecyclus stopt. Het gevolg is dat je in menopauze gaat, al dan niet tijdelijk.

In deze toestand van de eierstokken is het niet mogelijk om eicellen te verzamelen, noch rijpe (na hormonale stimulatie), noch onrijpe (die we in-vitro laten rijpen) om ze in te banken of om ze te bevruchten en daarna de embryo’s in te banken.
Wat we wel kunnen doen is eierstokweefsel wegnemen en inbanken. Daarin bevinden zich immers 'slapende' - d.w.z. nog niet groeiende - primordiale follikels die mogelijk niet beschadigd zijn door de chemotherapie.

M.a.w. het is mogelijk om tijdens de chemotherapie ovariumweefsel in te banken om uw of uw dochters vruchtbaarheid te proberen bewaren. Dit zal echter alleen voorgesteld worden als een test met biomerkers aangeeft dat de ovariële reserve aan follikels voldoende groot is. Of een ovariëctomie op dit punt in uw behandeling nog zinvol is, zal dan ook het onderwerp zijn van overleg tussen uw kankerspecialist en de fertiliteitsarts.
Bij bestraling van het kleine bekken is het schadelijke effect op alle organen in die regio zeer direct. Daarom kan het een optie zijn om voor de start van een radiotherapie de eierstokken (tijdelijk) te verplaatsen – we noemen dat ‘transpositie van de ovaria’ – naar een hoger gelegen plaats in de buikholte.
Het doel is om ze buiten het bestralingsveld te brengen én ze mogelijk beter af te schermen tegen de straling door de naburige weefsels. De ingreep wordt ook wel ‘ovariopexie’ genoemd en verloopt meestal via een kijkoperatie (laparoscopie).

In de meeste gevallen blijven de eierstokken hormonaal functioneren en kunnen er later desgewenst eicellen uit opgepikt worden voor een IVF/ICSI-procedure.

Helaas is een transpositie van de ovaria niet gegarandeerd effectief: het is nog altijd mogelijk dat de follikelvoorraad aangetast wordt door zijdelingse bestraling. Ook is het behoud van de werkzaamheid van de eierstokken afhankelijk van je leeftijd en van de uitgebreidheid en dosis van de bestraling.
Ook tijdens bestralingssessies kunnen we de eierstokken (en baarmoeder) proberen te beschermen tegen de straling door ze af te schermen met loden afdekstukken. We leggen die op de buik op de plaats waar de eierstokken zich bevinden alvorens tot bestraling over te gaan.
Hoewel er geen data beschikbaar zijn over de succesratio van de methode, zijn oncologen en radiologen het erover eens dat de afdekstukken veel straling tegenhouden en dat de schade aan de eierstokken daardoor sterk verminderd is.
Verschillende preventieve initiatieven zijn erop gericht om kanker vroegtijdig op te sporen. Je kan daarvoor o.m. in UZ Brussel terecht, op de dienst gynaecologie en/of in het Adviescentrum voor Reproductieve Gezondheid (ARG).

Preventie kan echter niet verhinderen dat kanker zich kan ontwikkelen aan of in de geslachtsorganen van meisjes of jonge vrouwen. Zowel de gynaecologische kanker op zich als de behandeling ervan kunnen leiden tot beschadiging van de geslachtsorganen. En dat impliceert voor de toekomst een mogelijke beperking van de kans op zwangerschap en op het goede verloop van de zwangerschap.
Bij dergelijke kankers bij jonge vrouwen besteden we extra aandacht aan een behandelingsstrategie die de vruchtbaarheid zo goed mogelijk spaart. In de eerste plaats komt het erop aan om een drastische, radicale, onomkeerbare operatie te vermijden waar mogelijk.
Zonder volledig te willen zijn, geven we hieronder enkele opties van fertiliteitsparende ingrepen bij courante gynaecologische kankers.

In UZ Brussel staat de dienst Gynaecologie-Oncologie in voor heelkundige ingrepen bij gynaecologische kankers.
De verbonden artsen zijn dr. Philippe De Sutter en dr. Stef Cosyns.

Baarmoederhalskanker
Baarmoederkanker
Eierstokkanker

Baarmoederhalskanker (cervixcarcinoom)  

Baarmoederhalskanker is in een vroeg stadium op te sporen door het geregeld afnemen van een uitstrijkje. Als uit het onderzoek de aanwezigheid blijkt van voorloperletsels van baarmoederhalskanker, is dat eenvoudig te behandelen zonder risico voor de vruchtbaarheid.
Het is onze strategie om voor weinig significante letsels conisatie (wegnemen van een deeltje van de baarmoederhals) te vermijden. De uitvoering van te ruime of herhaalde conisaties kan namelijk nadelig zijn voor het verloop van latere zwangerschappen.

Bij echte baarmoederhalskanker (invasief cervixcarcinoom) hangt de behandeling af van de grootte en uitbreiding van de tumor. Is die klein en beperkt tot de baarmoederhals, dan kunnen we de tumor soms plaatselijk wegsnijden, samen met een deel van of de gehele baarmoederhals (conisatie of trachelectomie). De ingreep gaat al dan niet gepaard met het laparoscopisch (via kijkoperatie) onderzoek en eventuele verwijdering van de lymfeklieren in de buikholte.
Met andere woorden: bij deze ingreep blijft de baarmoeder gespaard en daardoor blijft een toekomstige zwangerschap mogelijk. Wel kan het zijn dat die niet zonder complicaties zal verlopen.

Bij meer gevorderde tumoren is helaas meestal een radicale behandeling noodzakelijk: de verwijdering van de baarmoeder (hysterectomie) of de bestraling ervan (radiotherapie). In beide gevallen kan je daarna niet meer zelf zwanger worden.
Wel kunnen we overwegen om bij deze operatie een ovariumtranspositie uit te voeren. Daardoor blijven de eierstokken hormonaal functioneren en kunnen er later desgewenst eicellen uit opgepikt worden voor een IVF/ICSI-procedure. Let wel: de vervulling van je kinderwens met deze eigen cellen kan dan alleen nog via draagmoederschap.

Top

Baarmoederkanker (endometriumcarcinoom)  

Baarmoederkanker komt meestal voor na de menopauze en op oudere leeftijd, soms ook vóór de leeftijd van vijftig jaar, maar vrij zelden vóór de leeftijd van veertig jaar. De standaardbehandeling bestaat uit het wegnemen van de baarmoeder en de eierstokken, al dan niet met de lymfeklieren in de onderbuik.

Slechts uitzonderlijk komt dit type kanker voor bij een jonge vrouw die nog kinderen wenst. Als de medische evaluatie uitwijst dat het niet mogelijk is om de baarmoeder te behouden, kan je eventueel een beroep doen op een oncofertiliteitsbehandeling: zie het inbanken van eicellen, het inbanken van embryo’s en het inbanken van eierstokweefsel.
Let wel: de vervulling van je kinderwens met eigen reproductief materiaal is dan alleen nog mogelijk via draagmoederschap. En voor de uitvoering van draagmoederschap bestaat in België vooralsnog geen juridisch kader.

Top

Eierstokkanker (ovariumcarcinoom)   

Er bestaan heel wat soorten tumoren van de eierstokken, goedaardige en kwaadaardige.
Bij de chirurgische behandeling van goedaardige tumoren is het de boodschap om bij jonge vrouwen steeds ovariumsparend te opereren. Het is meestal niet nodig om de aangetaste eierstok volledig te verwijderen. Als het technisch mogelijk is, verwijderen we alleen de tumor of de cyste uit de eierstok en behouden we het normale eierstokweefsel zo goed als mogelijk.

Bij kwaadaardige eierstokkanker hangt het van de ernst van de kanker af of we de operatie fertiliteitssparend kunnen uitvoeren. Alleen als maar één eierstok aangetast is en de operatie aantoont dat de andere eierstok, de lymfeklieren en andere organen niet aangetast zijn, kunnen we de andere eierstok en de baarmoeder behouden. Als de kanker al verder verspreid is, dan is een radicale operatie, meestal gevolgd door chemotherapie, noodzakelijk om tot genezing en overleving te komen.
Als we nog normaal eierstokweefsel vinden, kunnen we daaruit in uitzonderlijke gevallen via IVM (in-vitromaturatie) rijpe eicellen verzamelen. Die kunnen meteen ingebankt worden of als embryo's (na bevruchting en emrbyo-ontwikkeling in het laboratorium).
Alleen als (uitzonderlijk) de baarmoeder gespaard kon blijven, kan dat nog leiden tot een eigen zwangerschap. In het andere geval ben je voor de vervulling van je kinderwens aangewezen op draagmoederschap (of adoptie). Let wel: voor draagmoederschap bestaat in België vooralsnog geen wettelijk kader.

Top

Eicellen gezocht
voor wetenschappelijk onderzoek

Ben je een gezonde vrouw tussen 18 en 37 jaar?
Dan kan jij ons misschien helpen.